h

Een dagje mee met de minister

30 juni 2009

Een dagje mee met de minister

De bruggenbouwers van Gorinchem hadden de eerste prijs gewonnen van de essaywedstrijd voor gemeenteraadsleden van Forum. De prijs was een dag meelopen met Eberhard van der Laan, minister van Wonen, Wijken en Integratie. Dat is op maandag 29 juni ’09 gebeurd. Maandag is de dag van de minister om de Vogelaarwijken te bezoeken en dit zou de 28ste zijn.
Je ervaart de drukte voor een minister. Hij moet van de ene afspraak naar de andere en zo’n dag zit mudvol.

Ibrahim Elmaci en Gerard Broekman, gemeenteraadsleden uit Gorinchem, werden rond 12.15 uur verwacht in het WTC van Arnhem. Daar was een GIA-bijeenkomst over Integratie in de zorg. We zouden de openingsrede bijwonen en de speech van de minister en daarna verder.

De openingsrede werd gehouden door Hans Esmeijer, gedeputeerde voor Zorg en Welzijn in Gelderland. Hij begon met de uitspraak dat we het woord allochtonen maar moeten vergeten en moeten spreken van immigranten. Hij liet enkele aandachtwaardige zaken langskomen:
- als je in de zorg problemen tegen komt moet daar meteen op worden ingespeeld;
- migranten gaan eerder dood, er is meer kindersterfte, meer overgewicht en meer psychische problemen.
- problemen met kinderen uit immigrantengezinnen komen veel te laat naar boven;
- hoe krijg je in de zorg de vraag boven, aanbod is altijd ‘wit’;
- Hoe krijg je de witte kolom gekleurd?;
- Instellingen moeten worden toegerust om immigranten rechtvaardiger te behandelen;
- alle overheden moeten de handen in elkaar slaan om tot goede oplossingen te komen.

Minister van der Laan hield in zijn verhaal steeds twee dames als voorbeeld voor ogen. De een was een Nederlandse van oorsprong de ander een nieuwe Nederlandse. Hij hing zijn verhaal met voorbeelden op aan deze twee dames.
Conny zegt dat er geen speciale aandacht moet zijn voor de verschillen. Sociale samenhang begint met aandacht voor elkaar. We moeten niet op eilandjes kruipen maar naar elkaar toe gaan. De minster vond wel dat niet elk haarscheurtje gedicht hoeft te worden.
Het hele verhaal van de minister, maar dat kwam de gehele dag terug, was dat de Nederlandse taal agendapunt nummer één moet zijn. Iedereen moet bezig zijn met de Nederlandse taal. Dat is de basis. Als men de taal niet beheerst kunnen er ongelukken komen. Het is niet zo dat oude mensen die hier al lang wonen alsnog de taal moeten leren, dat is vaak onmogelijk, maar we moeten er wel op blijven hameren. Folders die preventieve zaken aankaarten moeten in het Nederlands worden gemaakt. Er moet druk worden gezet om Nederlands te leren. Het is in de zorg zo dat er veel nieuwe Nederlanders werken. Dat is goed want dan kunnen zij eventueel de ouderen ondersteunen in taal. Als je al de immigranten het land uit wil zetten zal je de ziekenhuizen moeten sluiten i.v.m. personeelstekort.
De vraag werd gesteld of zorginstellingen onder druk konden worden gezet om de witte kolom te kleuren.
Het begint met de Nederlandse taal leren en dan op alle onderdelen in het veld doorgaan. Mensen niet voortrekken maar wel extra hulp aanbieden. Ook zorgen dat men hulp vraagt. Huisartsen kennen vaak de problematiek niet. Dat zal in de opleidingen moeten komen. Het moet dus van alle kanten komen.

Na deze inleidingen werden we snel voorgesteld aan de minister en hij zei dat we echt achter hem aan moesten blijven lopen en als iemand iets zou zeggen dan moesten we ons daar niets van aantrekken.
We gingen naar een bestuurlijk overleg in een leeg woon/zorgcentrum in de wijk Marburgen. Een bestuurlijk overleg is altijd een van de eerste bijeenkomsten bij een wijkbezoek. In het bestuurlijk overleg zitten wethouders van de gemeente, bestuurders van woningcorporaties en provincie. Er werd in dit overleg voornamelijk gesproken over cijfers. Het kwam er op neer dat het in Arnhem goed ging met de cijfers. Er werd ook goed gewerkt in Gelderland, daar kon het ministerie nog wat van leren. Uitgaan van kleine zaken zoals een buurtbarbecue. Opvallend was dat de minster vond dat als woningcorporaties iets met elkaar wilden dat het niet via Aedes moet gaan. Dat duurt veel te lang. De woningcorporaties moeten met elkaar afspraken maken en beginnen. Samen zorgen dat alles doorgaat. Van der Laan wordt geïrriteerd door de dingen die niet gebeuren. Doe het nu en zonder ministerie en Aedes dan gaat het goed.
Een groot probleem blijft dat de woningcorporaties jammeren dat de financiering voor projecten niet rond komt. Wel geld voor sloop maar niet voor de nieuwbouw bijvoorbeeld. De bouwvakkers moeten aan het werk blijven. Nu zijn de vergunningen er en als de centen over drie jaar komen zijn de vergunningen er niet meer. Als we nu niet bouwen wordt de crisis alleen maar groter. De minister zei dat er € 400.000.000,00 beschikbaar is gesteld waarvan € 70.000.000,00 voor monumenten. Als de corporaties het niet gefinancierd krijgen dan moet het bezit voor een groot deel liquide gemaakt worden.

We gingen naar beneden en er werd eerst een gesprek gevoerd met de wijkbewoners. Die konden heel goed hun mond roeren. Een wat oudere dame beet de spits af en zij verwoorden de aanpak van de wijk als: Samen ontwikkelen, samen bouwen en dan samen verantwoordelijk. Het klonk mij als muziek in de oren. Zij noemde het de Marburgse methode, maar ik kende het ook uit het Tilburgse. Er werd ook duidelijk aangegeven dat er ook soms ruzie wordt gemaakt, maar dat wordt als heel goed ervaren, maar je moet er wel uit kunnen komen. Een probleem voor de bewoners is dat er regelmatig wisselende professionals komen opdagen. Moet er weer worden bijgepraat en dat houdt op. Dus niet steeds nieuwe mensen en opnieuw beginnen. Een wethouder moet veel goede contacten maken en blijven onderhouden. Na het bouwen van woningen begint het pas.
De minster vertelde dat hij, in de zeven maanden dat hij nu minister was, had geleerd dat hij stelselverantwoordelijk is. Kan zich niet met details bemoeien. Maar hij gaf veel kaartjes weg en zei dat hij er wilde zijn als het nodig was.

Daarna een gesprek met een Kickboksschool houder (Omar) en enkele jongeren. Wat al eerder aan de orde was gekomen werd door hem ook uitgesproken: Omar probeerde de jongeren en kinderen van de straat te halen en hen aan het boksen te krijgen. Daarmee leerden zij weerbaarheid, met mensen omgaan, zelfvertrouwen, respect en discipline. Leren niet meteen in de brand te vliegen. Hij betrok ook zoveel mogelijk de ouders bij zijn werk. Hij vond het belangrijk dat de ouders wisten wat de kinderen deden en waarom. Een jongerenwerker (Mohammed) sprak als teamleider van het jongeren toezicht team. Jongeren die weer op het rechte pad waren gekomen en dus hadden gekozen voor de positieve kant.
Minister van der Laan vond dat ze erg leuk spraken over deze zaken en met veel enthousiasme. Wat ging er goed en wat niet? Omar zei dat als iets niet goed ging, dan klopte er iets niet. Je moet er achter komen wat dat is. Belangrijk dat de ouders van migranten dichter bij hun kinderen komen. Als een kind van 4 jaar naar school gaat moet het goed Nederlands kunnen spreken. Zo niet, dan begint het al met een grote achterstand. Jongeren hebben een groot gebrek aan sociale vaardigheden, bijvoorbeeld te laat komen. Daar moet aan worden gewerkt.
Er sprak ook nog een buurtopa, een man van Nederlandse afkomst. Hij had een goed contact met de jongeren en kinderen. De jongeren kwamen zelfs naar hem om hun rapport te laten zien. Het blijkt dat de ouders weinig zijn geïnteresseerd in hen. Ze krijgen niet echt aandacht. Ook daar zou aan gewerkt moeten worden.
Waarom gaat het goed in Arnhem? De projecten zijn goed: echt samen met de bewoners en samen met de politie.

Ook werd er een gesprek gevoerd met een groep vrouwen die als vertrouwenspersonen in de wijk bezig zijn. Ze hebben eerst een goede opleiding gehad en doen nu erg goed werk. De vrouwen waren van verschillende culturele afkomst. Zij komen makkelijk achter de voordeur en signaleren ook huiselijk geweld. Zij weten welke problemen er spelen als ouder.
Belangrijk is dat de mannen worden aangesproken. Het moet duidelijk worden dat er een andere manier van opvoeden is in Nederland dan in het land van herkomst. Bijvoorbeeld bij het opvoeden van zonen ten opzicht van dochters. Er moeten dan manieren worden gevonden om de mensen ‘open’ te krijgen. Er zal ook meer respect moeten worden geleerd voor vrouwen. Er werd duidelijk gezegd dat mannen onderdrukken. Jongens en meisjes moeten gelijke rechten krijgen.

Al deze zaken worden ontwikkeld met de bewoners in een Wijk-actie-plan. Uiteindelijk beslist de gemeenteraad uiteraard over alles maar ze moeten met heel duidelijke argumenten komen als ze een Wijk-actie-plan willen afwijzen.

Minister van de Laan vond dat hij eigenlijk ging spijbelen als hij weer op wijkbezoek gaat. Er is zoveel te doen en de stapel stukken op het bureau is ook hoog. Hij krijgt echter heel veel energie van deze bezoeken en hij krijgt hierdoor ook de mogelijkheid om de juiste antwoorden te geven op Kamervragen. Hij vindt vooral de contacten met de bewoners erg inspirerend.

Weer terug in het WTC konden we even een kort gesprekje houden met de minister. Hij wilde toch even een sigaretje roken. Hij heeft aangegeven dat hij graag eens naar Gorinchem wilde komen en misschien in het najaar bij een bruggenbouwers bijeenkomst. Dat hebben we genoteerd.

We hebben minister van der Laan leren kennen als een warm en gevoelig iemand die iedereen in zijn/haar waarde laat en ook aandachtig luistert naar de mensen. Een heel prettige ervaring. We hebben ook, als gemeenteraadslid, veel geleerd door deze dag. Ik heb bewondering voor zo’n man die door anderen zijn agenda moet laten invullen en dan toch zo geïnteresseerd en met kennis van zaken aan de gang gaat.

Als laatste hebben we nog een bijeenkomst bijgewoond waarin een intentieverklaring werd ondertekend door de wethouders van de verschillende Vogelaarwijken en de minister. Aansluitend hierop hebben wij van de minister afscheid genomen. Hij wilde ons wel eens ooit weer zien. Wij bedankten hem en gingen weer terug (met ervaring) richting Gorinchem.

We willen de mensen van FORUM en van het ministerie van VROM die deze dag voor ons mogelijk hebben gemaakt, hartelijk danken voor deze kans.

Ibrahim Elmaci, raadslid voor het CDA
Gerard Broekman, raadslid voor de SP

U bent hier