Raad voor Raad
Raad voor Raad
Vrijdag 16 mei was er weer een bijeenkomst welke was georganiseerd door Forum, het kennisinstituut voor multiculturele ontwikkeling. Dit keer was het in het stadhuis van Almere.
Het thema was dit keer Polarisatie & Integratie. Ik vind het steeds heel inspirerend hier bij te mogen zijn.
Burgemeester Annemarie Jorritsma opende de bijeenkomst met een uitleg over de wijze waarop in Almere met de integratie wordt omgegaan. Ze gaan uit van de 3 t’s:
- Toerusting. Men moet toegerust zijn om integratie aan te kunnen gaan.
- Toegankelijkheid. In dit kader vertelde zij over de term interculturalisatie. Je moet als gemeentebestuur zorgen dat iedereen mogelijkheden heeft om binnen de samenleving te functioneren.
- Toenadering. Toenadering moet worden gestimuleerd. Dat wordt o.a. gedaan voor een stichting Flevoland, waardoor meteen geheel de provincie in contact kan komen met elkaar.
De term polarisatie kan, volgens Jorritsma ook positief worden gebruikt om door middel van het verscherpen van de standpunten duidelijk te krijgen wat de verschillen zijn in standpunten waardoor een beter onderling begrip kan ontstaan.
Jan Willem Duyvendak, socioloog aan de Universiteit van Amsterdam sprak over integratie zonder polarisatie. Hij begon met de vraag of het moest gaan over de politieke of de maatschappelijke polarisatie.
Wouter Bos heeft kort geleden opgeroepen tot een grotere polarisatie. Dat vond hij vreemd omdat uit onderzoek is gebleken dat Nederland al een grote mate van polarisatie kent. Nederland is een van de meest gepolariseerde landen van, in elk geval, Europa.
Hij vroeg zich na de oproep van Bos af wat voor strategie er dan zou moeten komen om nog meer polarisatie te krijgen.
Nederland is een diep verdeeld land. Grofweg zijn er twee grote groepen in Nederland, de seculieren en de mensen die een geloof aanhangen. Daarvan zijn die, vanuit de Islam, binnen enige kleinere groepen erg extreem.
Er moest, volgens hem, onder alle mensen een thuisgevoel zijn. In deze tijd hebben ook autochtonen niet echt een thuisgevoel meer. Binnenkort zal er van zijn hand een boek over het thuisgevoel uitkomen.
Hoe meer verdeeldheid er is hoe minder mensen zich thuis voelen. Hij vind het ernstig dat er steeds meer mensen zich niet thuisvoelen in Nederland. Daardoor ontstaat er een probleem waardoor anderen worden uitgesloten. Jan Marijnissen schijnt ooit te hebben gezegd dat iedereen die zich niet wil aanpassen en dus bijvoorbeeld de taal niet wil leren, naar een ander land moet gaan waar hij/zij zich beter thuis kan voelen. Het is een menselijke reactie dat, wanneer men als eerste ergens is, men zich dan sterker voelt en vindt dat de nieuwkomer zich moet aanpassen. Zij gaan praten over assimileren waardoor men meteen bezig is met polariseren. Er zijn veel manieren om zich thuis te voelen. Dat kan voor elk mens verschillend zijn. Als je aangeeft dat je je op verschillende plekken thuisvoelt dan wordt de ander meteen achterdochtig.
Het is belangrijk dat je duidelijk maakt wat de eigenheid is van je plek, je land, alleen dan kunnen de nieuwkomers beter en sneller integreren.
Nederland zal zich daarom beter moeten laten kennen. Deze noodzaak kan alleen worden begrepen in het kader van historisch perspectief. Het Nederlandse beleid is altijd gericht geweest op relativeren, maar er is nu een sterke behoefte aan duidelijkheid. Linkse politici hebben altijd sterk gestaan voor waarden en normen.
Er is geen land waar een meerderheid het zo sterk met elkaar eens is. Van links naar rechts. Alleen de wijze waarop je het e.e.a. moet aanpakken is vaak sterk verschillend.
Het idee van relativeren is duidelijk achterhaald. In Duitsland hebben de allochtonen en autochtonen (Turken) vaak hetzelfde wereldbeeld. Wel vooruitstrevend maar niet tolerant. Nederlanders en Turkse Nederlanders hebben over het algemeen een afwijkend wereldbeeld. Nederland is veel progressiever geworden maar minder tolerant.
Bos wil meer polarisatie, maar waarom? Het is belangrijk dat je prioriteiten stelt binnen je beleid en strategie. Wat heeft op dit moment prioriteit? Daar moet je dan mee aan de slag gaan. Altijd weer in vergelijking met de andere waarden en normen. Je maakt je eigen criteria wat jij vindt dat het zwaarste weegt. Dat moet worden aangekaart en aangepakt. Prioriteiten maken dus.
De volgende spreker was Stef Blok, lid van de Tweede Kamer voor de VVD. Hij heeft 5 jaar geleden een rapport uitgebracht wat erg lezenswaardig schijnt te zijn, maar ook weinig polariserend.
In het rapport worden aantallen genoemd van bijvoorbeeld jongeren die zonder startkwalificatie van school komen. Dat is bijvoorbeeld voor de Nederlanders 20 %, voor Surinamers en Antillianen 40% en voor Turken en Marokkanen 60%. Daarbij scoort zelfredzaamheid erg slecht. Taal blijft een grote rol spelen bij integratie. Allochtonen verdedigen zich vaak met de opmerking dat Nederland hen hun taal en cultuur wil ontnemen. Het is echter zeer belangrijk dat je, waar je woont, de taal spreekt om je je goed thuis te kunnen voelen. Het is belangrijk dat men vroeg in aanraking komt met de Nederlandse taal. Voorschoolse educatie is daarom erg goed voor de taalontwikkeling, aldus Stef Blok
De rol van polariseren is goed voor een samenleving, vindt hij.
Tot slot sprak Theo Cornelissen, fractievoorzitter in de Rotterdamse gemeenteraad voor de SP. Hij begin met de stelling dat oud jong te ruimte moet geven en dat jong oud moet respecteren. Tegenstellingen zullen duidelijk moeten worden benoemd. Gemeenteraadsleden hebben altijd de taak van bruggenwachters. De spreuk onder het Rotterdamse wapen luidt: “Sterker door strijd”. Strijd is dus nodig, echter voor integratie is het niet bevorderlijk. Integratie is participatie geworden. Dat kan alleen goed gaan bij gelijkwaardigheid en voldoende middelen. Allochtone jongeren ervaren dat door de polarisatie de lat steeds hoger wordt gelegd. Het heeft dus uiteindelijk weinig zin om te polariseren. Dat helpt niemand.
Tot slot werd door de dagvoorzitter Sadik Harchaoui geconcludeert dat functionele polarisatie wel belangrijk is.
Er werden nog twee workshops gehouden. Ik ben naar de workshop Netwerk Sociale Cohesie gegaan. Daar bleek dat we door het opzetten van de bijeenkomsten onder de noemer Bruggenbouwers het in Gorinchem helemaal niet slecht doen. Het is echter wel wat makkelijker dit soort zaken op deze manier aan te pakken in een relatief kleine stad als Gorinchem dan in een stad al bijvoorbeeld Rotterdam. Ik heb voor de enkele bruggenbouwers in Gorinchem wat documentatiemateriaal meegenomen om te lezen.
Gerard Broekman, gemeenteraadslid SP-afdeling Gorinchem