Gorinchem

In het rapport van de commissie Dekker over de verkiezingsnederlaag van de VVD zijn vele opmerkelijke zaken terug te vinden. We noemen er slechts 1 (de overigen kunt u vast wel vinden op de VVD site):

VVD bestuurders moeten een financiele bijdrage gaan leveren om campagnes te ondersteunen,

Letterlijk uit het rapport:

Het hoofdbestuur neemt een initiatief tot fondsenwerving en voert de verplichte bijdrage in van VVD bestuurders.

Hieronder een stuk uit het gemeenteraadsverslag van 30 november 2006 waarin gesproken werd over de financiele bijdrage die SP vertegenwoordigers terugstorten aan de landelijke SP.

De heer Pierhagen: Ik wil de SP nog een andere vraag stellen. Is het niet juist dat SP-raadsleden een groot gedeelte van hun vergoeding afstaan aan de landelijke SP?
De heer Van Andel: Ja.
De heer Pierhagen: Zou dat geld niet terug moeten naar de burgers van Gorinchem?
De heer Duijnhouwer: In plaats van te investeren in een miljoenen verslindende verkiezingscampagne!
De heer Van Andel: Nu u daarover begint: u hebt toch wel gelezen welke campagne het meeste geld kostte? De SP is nota bene de partij die heeft voorgesteld gelden die vrijkomen voor verkiezingen e.d. aan politieke partijen niet meer te verstrekken. De heer Duijnhouwer heeft het nu over een miljoenen verslindende verkiezingscampage, maar ik heb de heer Bos van zijn partij meerdere keren op de televisie gezien!
De heer Duijnhouwer: Daar ben ik niet verantwoordelijk voor.
De heer Van Andel: Dan moet u het mij ook niet voor de voeten gooien!
De heer Pierhagen heeft gevraagd of wij het geld dat wij aan de partij overdragen eigenlijk niet aan de burgers van Gorinchem zouden moeten geven. Ik kan hem zeggen dat het al heel moeilijk is om het met een cessie van overdracht aan de partij te doen. Op zichzelf zou ik er geen enkel probleem mee hebben om te doen wat de heer Pierhagen zei, wij hebben alleen binnen de partij besloten om het op deze manier te doen. Dat is een democratisch genomen besluit. De heer Pierhagen verwijt mij iets, maar hij doet het zelf ook niet.
De voorzitter: Ik heb in de woorden van de heer Pierhagen geen verwijt gehoord. Hij heeft u een informatieve vraag gesteld en die hebt u beantwoord.
Ik sluit nu de discussie en stel de besluitvorming aan de orde.